Het perfect gekookte eitje volgens ontbijtexpert Mara Grimm
Zo hanteert de Franse kooklegende Auguste Escoffier een kooktijd van 6 minuten, gerekend vanaf het moment dat het water weer gaat borrelen. Uiteraard wil ik een grootheid als Escoffier niet ondermijnen, maar als ik een ei 6 minuten kook is het echt te hard.
De eveneens Franse, en alweer niet te ondermijnen topkok Paul Bocuse legt het ei in kokend water
en zet de klok dan op 3½ tot 4 minuten. Ook dat werkt bij mij niet, want dan is het eiwit nog niet gestold en krijg je wat mijn broer vroeger een ‘dedder-ei’ noemde.
Beter is de methode van de Amerikaanse eetwetenschapper Harold McGee. In zijn onvolprezen boek Over eten en koken legt hij uit dat het vooral gaat om de temperatuur van het water dat nét onder het kookpunt moet zijn. Voor een zachtgekookt ei geeft hij een kooktijd aan van 3 tot 5 minuten, afhankelijk van het formaat.
En zo kom ik bij de ideale middenweg van de legendarische Fransmannen: ik breng het water aan de kook, draai het vuur laag en wacht precies 4½ minuut.
Overigens is het belangrijk dat je eieren vers en op kamertemperatuur zijn. Het is sowieso niet nodig om eieren in de koelkast te bewaren, maar doe je dat toch haal ze dan een uur of twee voor je ze gaat koken uit de koelkast. En mocht je dat vergeten, tel dan 1½ minuut bij de kooktijd op.
Zachtgekookte eitjes zijn lekker op toast. Maar de beste begeleiders van een gekookt eitje zijn de klassieke broodsoldaatjes: smalle reepjes toast die je in het eigeel doopt.